Wie droomt er niet weg bij de beelden van de Strade Bianche? Het stof, het grind, het landschap, de heuvels, de heroïek, ... PlugPlug Hageland kookt een receptje met al deze ingrediënten, maar dan dichter bij huis. Net zoals in Toscane, wemelt het in het Hageland van de slingerende grindwegen. Het gaat er goed op en af. En je fietst er ook tussen de wijngaarden!
Lees onder de foto verder of bemachtig hier de rit.
Aan de start in Rotselaar heb je de keuze tussen twee omlopen: één van 65 en één van 108 kilometer. De routes zijn op maat van gravelfanaten, maar ook met mountainbike of crossfiets kom je aan je trekken. Het offroadpercentage bedraagt ongeveer 70%.
De route loopt zo goed als helemaal over bochtige grind-, kei- en asfaltwegen die soms ferm op en neer gaan. Op vijf korte stukjes kan je je techniek op de fiets demonstreren: één single track met wat wortels en dan nog een viertal afdalingen met wat stenen.
Vanaf oktober moet je niet meer rekenen op een stoffig parcours. De kans dat je dan nog kraaknet thuis zal komen is uiterst klein. Toch hoef je ook niet bang te zijn om helemaal weg te zinken in modder en drek. Zelfs na drie weken hevige regenval zullen je assen niet in de blubber verdwijnen. De parcoursbouwer is namelijk op zoek gegaan naar gravelwegen die ook in de herfst en de winter goed berijdbaar blijven. Beloofd!
Demervallei en Bosberg
De eerste vijftien kilometer verkennen we de vlakke Demervallei. Je krijgt dus wat tijd om op te warmen. Wel maak je direct kennis met de goed lopende gravel-, grind- en keiwegen. Auto’s kom je er amper tegen. Genieten maar van een paar uur natuur!
Batterijtjes opgeladen? Na de passage langs de Duracellfabrieken in Aarschot doemen de eerste rimpels in het landschap op. Eerst de Roodhuisberg en de Gijmelberg. Meteen daarna ook de Bosberg. Jarenlang hadden Sven Nys en Niels Albert hier hun trainingsparcours. Terwijl de singletracks links en rechts het bos in schieten, kiezen we bewust voor de rechtttoe-rechtaangravelweg door het bos. Klimmen en dalen doet die ook.
Terug in de Demervallei zetten we koers naar Langdorp langs de Demerbroekstraat. Die lange, vlakke gravelweg ken je misschien van Dwars door het Hageland. Na een stevige asfaltklim op de Biezenhuiskes en een gravelpassage door het Tienderbundersbos kom je aan een technische afdaling. Het offroadpercentage ligt op dat moment nog boven de 70%.
Klimmen, dalen, klimmen
Daarna vertrekt de langste omloop voor een extra lus van 43 kilometer. Die brengt je bijna tot in Leuven en dan terug tot de routes van de kleine en grote lus weer gelijk lopen. Omdat we weidewegen met lemige ondergrond vermijden, ligt het offroadpercentage hier iets lager, zo rond de 50%.
Toch ga je flink moe worden. Deze lus heeft veel meer hoogtemeters dan het eerste stuk. Neem bijvoorbeeld de helling naar de Vlooybergtoren in Tielt-Winge. Op een mooie gravelweg klim je in één ruk van dertig naar tachtig meter boven de zeespiegel. Daar ontvouwt zich een wondermooi panorama. Als je een mondmasker bij je hebt, kan je ook de zwevende trap tot helemaal boven nemen.
Eens je de Stellabrouwerijen in Leuven kan ruiken, begint het zwaarste, maar misschien ook het mooiste deel van de route. Tussen de majestueuze beuken van het Gasthuisbos, het Sint-Gertrudisbos en het Chartreuzenbos gaat het constant op en af, grotendeels op grind.
Tussendoor pikken we ook de zwaarste asfaltklim van de streek mee: de Kesselberg. Lokale wielertoeristen zullen je vertellen dat die kuitenbijter van 15% boven op een parking doodloopt. Niks is minder waar. Op de top gaat het asfalt namelijk over in een mooie gravelweg door het bos. Weeral blij dat we bredere bandjes hebben liggen...
Nog twee Wijngaardbergen
Een beetje later lopen de lange en korte route samen terug naar Rotselaar. Voor een glaasje streekwijn is het nog iets te vroeg, want ook het slot van onze rit is niet van de poes. Zo is de steile, stenige gravelweg naar de top van de Wijngaardberg in Houwaart misschien wel de zwaarste klim van de ganse route.
Na wat smallere paadjes, krijg je in Wezemaal een tweede Wijngaardberg voor de wielen. Ook daar laten we de technische single tracks in het bos links liggen en kiezen we doelbewust voor brede, glooiende gravelwegen op de flanken. Zes vlakke kilometers verder sta je – moe, maar voldaan – terug aan de finish.
Toegegeven: zelfs met een hele rijke fantasie is het lastig om in het parkeerterrein van de sporthal in Rotselaar de Piazza del Campo in Siena te zien. Toch zal je na Plug Plug Hageland moeten toegeven dat het Hageland offroadfietsers veel te bieden heeft. Gravel grinders weten het al langer: de echte fun begint pas eens je het asfalt verlaat.
Commentaires