top of page

Rondje Vesdervallei: Wie durft?

Organisatoren van wielerkoersen zijn de afgelopen jaren op zoek gegaan naar de steilste geitenpaden. Denk maar aan de Zoncolan, de Angliru of de Muro di Guardiagrele. Wil jij je kwaliteiten als springveer eens testen? Dan is dit klimgeitenfestival jouw ding!

Bemachtig HIER de rit of lees verder onder de foto.

Tussen Luik en Verviers doe je een vijftiental onbekende muren aan die elk kunnen wedijveren met de Muur van Huy. Van Sur Steppes had je misschien al gehoord. Maar wie kent de Drolenval, Bois de Beyne, Heids des Chênes, Trixhes d’Oneux of La Haute Folie?

Elk van die verschrikkingen is een aanslag op je lichaam. Je schouders wiegen driftig. Je mond snakt naar adem. Je longen pompen lucht. Je benen ontploffen. Je kuiten smeken om genade. Je vingers gaan vruchteloos op zoek naar die ene tand lichter. En dat dus niet één, maar vijftien keer.

Toegegeven: de kwaliteit van het wegdek is variabel. Op veel plekken ligt prima asfalt, maar putten en hobbels kun je in deze regio niet vermijden. Uit veiligheidsoverwegingen kiezen we zoveel mogelijk voor afdalingen op brede wegen met goed wegdek. Het is en het blijft een route op maat van de koersfiets.

Voor de meeste toeristen is deze streek geen tussenstop waard op weg naar de Ardennen. Dat is zonde. Het decor is zonder meer fabuleus. In de vallei heb je wat industrieel erfgoed. En op elke beklimming krijg je de vergezichten cadeau. Afzien doe je hier in stilte en schoonheid.

Toch is mijn advies: begin er niet aan! Dit is een mooi, maar moordend parcours. Op de lange route bijna drieduizend hoogtemeters in honderd kilometer. De ene klauterpartij na de andere. Een monsteronderneming. Een uitdaging zonder weerga voor krachtpatsers die hun fysieke en mentale grenzen willen verleggen. Durf jij die uitdaging aan?



De eerste muur


Aan de start in Soiron doet niets vermoeden dat je op de poorten van de hel bonkt. Dit lieflijke plaatsje prijkt op de lijst van mooiste dorpen van Wallonië. Je vindt er een bakker, een café en een restaurant. De ideale vertrekplaats kortom.

Veel tijd om op te warmen krijg je weliswaar niet. Zodra je het dorp verlaat, begint de weg te stijgen. Dit is geen muur, maar het loopt aardig op. Op de top voert smetteloos asfalt langs het kasteel van Sclassin. Het panorama over de Vesdervallei verbluft. Waar liggen al die kuitenbijters?


Vanaf Pepinster toont Rondje Vesdervallei haar ware gelaat. Langs de opengesperde mond van een spoortunnel val je de hoogtelijnen aan. Rechts aflopende weilanden. Links een gapende afgrond. Onder je worden arbeidershuisjes uit de gouden jaren van de textielindustrie snel kleiner.

Deze Chalsèche vind je in geen enkel hellingenoverzicht terug. Niet online, maar ook niet in de encyclopedie Cotacol. Gelukkig wist de parcoursbouwer deze smaakmaker wel te vinden.



Een duivelse onderneming


Ook de twee volgende beklimmingen zijn pareltjes. Behaaglijke baantjes kronkelen de berg op. De Chinheid en de Nouveau Monde kennen pentes tot 17%. In een sensationeel landschap trek en sleur je jezelf omhoog en stort je weer naar beneden. Zowel de hellingsgraad als het uitzicht zijn adembenemend.

Rond kilometer 20 passeer je bedevaartsoord Banneux. Tijd voor schietgebedjes is er niet. De parcoursbouwer leidt je dieper in de krochten van de hel. Kijk eens naar de borden langs de weg. Je fietst op de N666...


Na een dolle vaart richting Vesder wacht een nieuwe muur. Aan de voet lopen de percentages op tot 20%. Maar ook daarna heb je nog verschillende knikjes om van te steigeren. Volgens Cotacol is deze Sur Steppes één van de tien zwaarste beklimmingen van België. Steil, steiler, steilst!



Verschrikkelijk vierluik


Toch wordt het pas vanaf Chaudfontaine écht menens. Op de lange route fungeert de Lemmetrie als opener van een verschrikkelijk vierluik. Langs een magnifiek asfaltlintje klauter je steeds hoger boven de blauwe en rode zee van plastic bakken. Links en rechts schieten mountainbikers de eikenbosen in. Sommigen van hen stappen af op de klim. Straf dat ze in Chaudfontaine plat water kunnen bottelen...

Na een afdaling met vijf haarspeldbochten volgt het volgende gedrocht. De Rue Haute Folie. Vrij vertaald: het toppunt van waanzin. Veel toepasselijker kan een naam van een klim niet zijn. Een verkeersbord waarschuwt voor een stuk aan 19 procent, maar volgens Cotacol ligt de piek op 23%. De wielerbijbel voegt daar nog aan toe dat de eerste 900 meter aan gemiddeld 13% stijgen, maar vergeet te melden dat de waanzin daarna doorgaat en nóg stukjes kent boven de 10 procent. Deze klim heeft dan ook wat weg van een dollemansrit door het spookhuis. Achter elke bocht grijpt een nieuwe griezel je bij het nekvel.

De rollercoaster bergaf is volgens het Stravasegment de tofste afdaling van België. Maar dan draai je rechtsaf en wijst een bordje 18% op de volgende lijdensweg. Langs het kerkhof bestijg je het gruwelijkste deel van de Haie des Loups. Dit is de fietsversie van trappenlopen. Trapperslopen dus.


De afdaling is te kort en te steil om je hartslag te doen dalen. Meteen weer bergop. Het Bois de Beyne. Dit keer zit het venijn in de staart. De laatste 600 meter lopen gemiddeld aan 15% en kennen pieken tot 22%. Voor de vierde keer trotseer je dezelfde flank. Net als Sisyphus duw je hier een rotsblok omhoog om het meteen weer omlaag te laten donderen. Rondje Vesdervallei confronteert je zo niet alleen met je fysieke limieten, maar ook met je mentale grenzen. Waar ben je in godsnaam mee bezig?



Nog een kwaadaardig kwartet


In vogelvlucht ben je nu slechts vijf kilometer van het centrum van Luik verwijderd. Hoewel de valleitjes zijn beklad met arbeiderswijken en sociale woontorens, fiets je tussen de dorpskernen in een idyllisch landschap. De begroeide terrils doen zelfs denken aan de vulkanen van de Auvergne.

Maar ook in de oksel van Luik lacht een kwaadaardig kwartet je toe. Neem bijvoorbeeld de Heids des Chênes. Dit monster heeft wat weg van een Berendries op steroïden. Het gootje en de lintbebouwing doen erg denken aan de Koning van de Zwalm. Het verschil zit hem in de maximale hellingsgraad van 21%. Steil genoeg om het gesmolten asfalt bij tropische temperaturen als lava van de berg te laten kabbelen.


Vier van die muurtjes op acht kilometer afstand. Vier keer een rotswand die je zonder klimtouw te lijf moet. Wat voor een beul is die parcoursbouwer? En waarom besloot jij z’n waarschuwingen in de wind te slaan?



Nog wat streekproducten


Als je deze martelingen hebt overleefd, kan je heel even op je positieven komen. Na een lange bijtrapafdaling krijg je twee lopers voorgeschoteld zonder dubbele cijfers in de hellingsgraad. Deze relatieve rust voelt aan als een popcornpauze tijdens een urenlange horrorfilm. Tijd dus om even te genieten van de fenomenale uitzichten.

Toch houd je best nog wat troefkaarten achter de hand. De echte finale start op Drolenval. Weer zo’n appetijtelijk asfaltbaantje dat zonder compassie de kortste weg uit het dal kiest. Geraak je boven zonder slalommen? De ezels langs de kant van de baan hebben er lol in. Ook zij stoten zich geen vijftien keer aan dezelfde steen.

Op een steenworp van de verlossing kiest de parcoursbouwer nog voor een omweg met twee extra piekjes in het hoogteprofiel. De Froidheid en de Bois d’Olne zijn weer van die typische streekproducten. De laatste greintjes energie worden uit je vermoeide lijf geslurpt.

Zonder twijfel voelt de intrede in Soiron als een triomftocht. Je hebt de uitdaging volbracht! Een prestatie om u tegen te zeggen. Een overwinning op jezelf. Op de zwaartekracht. En op die beul van een parcoursbouwer!




Tekst: Nick Schuermans

Foto's: Pieter Stockmans en Nick Schuermans






Comments


Commenting has been turned off.
bottom of page